’s Ochtends ontbeten met lekker rozijnenbrood dat we gisteren hadden gekocht (16B). Samen op het bedje, erg gezellig.

Rond 9 uur kwamen we aan op Nong Khai. Dit was nog het laatste station in Thailand. Daar kon je aansluitende tickets kopen voor de trein naar Laos (Thanaleng) voor 20B (non airco). Die trein vertrok om 10.00 uur.

Op Nong Khai moesten we al door de Thaise douane om onze departure card in te leveren en een stempel in ons paspoort te krijgen.

De trein was klein en met grote ramen waar je lekker uit kon hangen om foto’s te maken. Wel vroegen we ons af waar alle toeristen gebleven waren die in de trein zaten naar Nong Khai, dat waren er behoorlijk wat, maar die waren nu allemaal weg. Blijkbaar met de bus of tuktuk naar de grens? Wisten ze niet van deze trein? Vreemd.

Met de trein reden we een stukje door een graslandschap en rijstvelden. Uiteindelijk kwamen we bij de friendship bridge. Dit is de brug over de Mekong tussen Thailand en Laos. Eigenlijk was het een brug voor auto’s, maar ze hadden gewoon een treinspoor over het midden van de brug gelegd. We reden half over het asfalt. Erg grappig. Verder reed er geen verkeer op de brug.

In Laos stapte we uit en regelde we ons visum. Formuliertjes invullen, 1 pasfoto, 35 dollar (voor Nederlanders) of  1500 Thaise Baht.

We waren samengeklonterd met enkele andere touristen. Dat kwam wel goed uit, want daardoor konden we precies met z’n 10en een taxi busje huren naar Vietiane (500B totaal). Dat was goedkoop!

We werden er op het busstation in de stad uitgezet, vanaf daar een tuktuk genomen naar Joe’s Guesthouse. Dat bleek niet meer te bestaan. Wel waren er wat andere guesthouses in de straat. We zijn uitgekomen bij het Youth Hotel. Mooie kamer in een nieuwbouw gebouw. Per nacht 60.000Kip, dat is 6 euro ongeveer. Goedkoop, en de kamer is schoon en niet warm!

Nadat we lekker geluncht hadden (super sandwich met advocado en banana juice) gingen we naar het National Museum (10000Kip). Het museum zit op loopafstand (bijna alles is hier op loopafstand, je krijgt niet de indruk dat je in een grote hoofdstad bent, meer een klein stadje). In het museum foto’s, verhalen en gevonden voorwerpen die met de geschiedenis van Laos te maken hebben, eerst de oude geschiedenis met de verschillende volkeren. Later de moderne geschiedenis met de bezetting door Frankrijk, de opstand en de oorlog.

Interessant, maar wel een heel erg nationalistisch karakter. Zeker aan het einde werd het iets te veel, toen elk ministerie een foto tentoonstelling had van onbelangrijke vergaderingen en hoge mensen die we niet kennen.

Maar wel leuk om geweest te zijn. Er stond ook 1 jar van de Plain of Jars. Dat was alvast een voorproefje!

Na ons museumbezoek gingen we nog een kleine walking tour doen langs de vele Wats die hier zijn, dat zijn Boedistische tempel / monnik complexen. Deze zijn echt heel mooi en er zitten er veel van in de stad. Soms zitten ze zelfs tegenover elkaar.

Veel pracht en praal, goud, grote beelden (een Boedha van 8 meter hoog) etc. Mooi om te zien. Alle jonge monniken lopen in een oranje gewaad.

Nadat we er 4 hadden bekeken liepen we richting de Mekong. De zon was nog niet onder en je had een leuk uitzicht over de Mekong. Aan de overkant was Thailand.

Langs de rivier stonden heel veel tafeltjes en stoelen waar je kon zitten. Er lagen ook kussens om lekker op de grond te zitten. Bij één van de tentjes namen we plaats en hebben we een simpel Thais/Laos gerecht gegeten. Totaal 40.000Kip. Dat is 4 euro.

Het was een fijne afsluiting van de dag, een diner aan de mekong. Wow, we zijn al weer in Laos!

Morgen gaan we Vientiane verder bekijken en overmorgen zitten we hopelijk in de bus  naar Ponsavan voor de Plain Of Jars.